Automatisch metadateren, kent u die uitdrukking? Ik zou willen dat dominee Gremdaat zich gemengd had in de discussie over het met een machine genereren van aanschafinformatie voor openbare bibliotheken. Dan had ik er de grap misschien nog van in kunnen zien. Maar nu is het alleen maar ernst. Bittere ernst. Om dat te begrijpen moeten we eerst even terug in de tijd.
Ooit gold collectievorming als kerntaak van openbare bibliotheken. Logisch, want via die collectie moest een bibliotheek zichzelf in de markt prijzen. Zonder een op (potentiële) leden afgestemd assortiment was een openbare bibliotheek een lege huls.
En dus werd bibliothecarissen in opleiding geleerd hoe uit het enorme aanbod precies die titels te kiezen die pasten bij de (potentiële) lezers die bediend moesten worden. Collectievormers verdiepten zich dus niet alleen in het aanbod, maar ook in de behoeften van de mensen in hun werkgebied.
De kunst (en de sport) was om een collectie zo samen te stellen dat lezers tegelijk op hun wenken bediend én uit hun comfortzone gelokt werden. Bibliothecarissen belast met het samenstellen van collecties maakten daar een erezaak van. En besteedden dus ook een substantieel deel van hun tijd aan collectievorming. Zij brachten doelgroepen in kaart en vormden zich zo goed en zo kwaad als dat gaat bij een jaarlijkse productie van relevante titels die het budget van een gemiddelde bibliotheek al gauw te boven gaat een oordeel over die media die een plaats in de collectie verdienden.
Toen er van bovenaf besloten werd dat het allemaal doelmatiger kon, en duidelijk werd dat collecties in de toekomst op afstand zouden worden samengesteld op basis van kengetallen (de voorganger van de vandaag de dag zo bekritiseerde algoritmes) was de lol er voor veel bibliothecarissen al snel af.
Natuurlijk bood de nieuwe werkwijze ook kansen. Kansen om openbare bibliotheken op de stoten in de vaart der volkeren en af te helpen van het stoffige imago dat aan het instituut kleefde. Kansen om duidelijk te maken dat zij al jaren meer waren dan een verzameling boeken met een zekere omloopsnelheid. Want voor activiteiten die dat moesten bewerkstelligen, kreeg het personeel juist tijd.
Het was niet omdat bibliothecarissen van nature behoudende mensen zijn – nog zo’n misverstand – dat zij zich verzetten tegen het centraliseren van de collectievorming. Zij hadden nauwelijks de kans gekregen om hun argumenten in te brengen tijdens het besluitvormingsproces. Het besluit was grotendeels buiten hen om genomen door managementteams die in toenemende mate onvoldoende voeling hielden met de praktijk.
Managers die de problematiek vanuit een totaal andere richting aanvlogen dan de mensen voor wie het collectioneren een dagelijkse bezigheid was. Managers voor wie efficiëntie een doorslaggevend criterium was. Meer dan dat zeker toen op de werkvloer gebruikelijk was.
Toen was centraal collectioneren de kwestie, nu is de kwestie het automatisch metadateren. En voor wie die uitdrukking niet kent: automatisch metadateren is het met behulp van kunstmatige intelligentie toekennen van kenmerken. In het voorliggende ophef veroorzakende geval gaat het om het automatisch beschrijven van boeken ten behoeve van de aanschafinformatie, een van de middelen die door collectievormende bibliothecarissen worden gebruikt bij het samenstellen van hun collectie.
Dat automatisch metadateren doet NBD Biblion – monopolist als het gaat om het centraal aanbieden van bibliotheekklare media – al enige tijd, maar inmiddels beheersen de apparaten dat automatisch metadateren zo goed dat het moment daar was om zevenhonderd recensenten de deur te wijzen.
De manier waarop dat ging, verdiende geen schoonheidsprijs en het schijnbare gemak waarmee Nina Nannini, de directeur van NBD Biblion, gedwongen door de ophef excuses aanbod – alsof het slechts om slecht communiceren ging – ook niet.
De excuses leidden af van waar het eigenlijk om gaat: kun je van een machine verwachten dat zij de inhoud van een boek net zo adequaat beschrijft als een mens? En: als het antwoord op die vraag ‘nee’ is, is het resultaat dan wel goed genoeg om collectievormers verantwoorde keuzes te laten maken?
Het antwoord op de eerste vraag is natuurlijk ‘nee’, en dat geeft NBD Biblion ook grif toe. Alleen: de recensie – of eigenlijk: de beschrijving toegesneden op bibliotheekgebruik – is slechts één van de vijftig kenmerken die door het programma toegekend wordt aan een boek, maar wel het enige dat niet geautomatiseerd kan worden. En dat pretenderen wij ook niet, voegt NBD Biblion daar onmiddellijk aan toe.
Waarop – alsof dat dan de meest logische stap is – besloten werd voortaan voor een eenvoudiger soort tekst te gaan, een tekst zonder afgewogen oordeel die wel automatisch gegeneerd kan worden. In combinatie met andere kenmerken – parameters, voor het gemak ‘schuifjes’ genoemd, die de seks-, geweld-, humor- of illustratiedichtheid aangeven of iets zeggen over actualiteit, stemming, moeilijkheidsgraad of perspectief – is die tekst volgens NBD Biblion zeker bruikbaar voor ‘collectioneurs’.
Denk niet dat NBD Biblion deze hele operatie ter meerdere eer en glorie van zichzelf initieert. Nee, NBD Biblion voert deze exercitie uit in het belang van (en in samenspraak met) de openbare bibliotheken. Want door deze nieuwe manier van werken zullen boeken sneller beschikbaar zijn. Hartstikke belangrijk (echt: want het is ook mij een doorn in het oog dat wat nu verschijnt pas weken en soms maanden later te leen is in een bibliotheek), maar eigenlijk geldt dat alleen voor boeken die op het moment van verschijnen heel veel aandacht krijgen. Voor de boeken waarmee een openbare bibliotheek (potentiële) lezers uit hun tent zou kunnen lokken, is het een heel ander verhaal. Daar doet de snelheid van leveren er veel minder toe.
Minstens zo belangrijk is dat het automatisch metadateren goedkoper is, want het scheelt een boel recensenten, en recensenten moeten betaald worden. Je mag het invoeren van het automatisch metadateren gerust een bezuiniging noemen, maar ook dat is weer in het belang van de openbare bibliotheken, want die hoeven dan minder geld af te dragen aan NBD Biblion voor geleverde diensten.
Er is één klein lichtpuntje: er zullen altijd experts nodig zijn voor specifieke vakgebieden, dat ontkent ook NBD Biblion niet. In de praktijk betekent het geloof ik dat het nu voornamelijk de Nederlandstalige romans en literatuur betreft waarvan de eigenschappen automatische gemetadateerd zullen worden. Valt het daarmee allemaal wel mee? Nee, natuurlijk niet. Het valt helemaal niet mee. Want literatuur, het genre dat het moet hebben van wat er wel niet geschreven staat, leent zich al helemaal niet voor ontleding door een machine.
Deze column stond op 26 maart in Bazarow Magazine.
Leave a Reply