Natuurlijk is er niets zo eervol als tijdens de Boekenweek de schrijver van het Boekenweekgeschenk interviewen. Om hem liefst live voor een volle zaal het hemd van het lijf te vragen. En tegelijk is er niets zo ondankbaar als het interviewen van de schrijver van het Boekenweekgeschenk tijdens de Boekenweek.
Want eigenlijk heeft de schrijver van het Boekenweekgeschenk in de periode voorafgaand aan de Boekenweek – de periode dat jij het Boekenweekgeschenk en de rest van het oeuvre leest om je zo goed mogelijk voor te bereiden, zodat je zinnige en liefst ook nog originele vragen kunt stellen – alles al verteld. Niet één keer, maar heel vaak. Blijkt als de Boekenweek nadert en het ene na het andere medium uitpakt met een interview met de schrijver van het Boekenweekgeschenk.
En dan moet jij dat zo zorgvuldig voorbereide gesprek nog gaan voeren.
Voor een schrijver is het schrijven van het Boekenweekgeschenk natuurlijk een hele eer (al wordt hij er ook voor betaald). Maar schrijver zijn van het Boekenweekgeschenk is een slijtageslag. Vanwege al die interviews voordat de Boekenweek begint, waarin het niet alleen over het Boekenweekgeschenk, maar vooral ook over de mens achter de schrijver van dat Boekenweekgeschenk moet gaan. En dan moet de schrijver van het Boekenweekgeschenk ook nog een overladen programma afwerken tijdens de Boekenweek zelf. In een auto met chauffeur wordt hij tijdens de Boekenweek van hot naar her gereden. Minstens drie optredens per dag is heel normaal.
Tijdens al die optredens wordt van de schrijver van het Boekenweekgeschenk verwacht dat hij zijn publiek fris en fruitig tegemoet treedt en de moderator/interviewer van dienst adequaat en gevat te woord staat.
Schrijvers van Boekenweekgeschenken hebben verschillende strategieën ontwikkeld om de Boekenweek schadevrij door te komen. Strategieën die te vergelijken zijn met die van schrijvers die een nieuw boek moeten promoten en in korte tijd veel optredens en signeersessies te verstouwen hebben.
Ik ken schrijvers van Boekenweekgeschenken die ondanks hun toenemende vermoeidheid nieuwsgierig zijn en blijven en iedere interviewer met een open blik en oprechte belangstelling tegemoet treden. Schrijvers die bereid zijn om over elke vraag serieus na te denken voordat ze een antwoord geven. Zij maken zich er niet met een jantje-van-leiden van af. Het geven van standaardantwoorden is hun eer te na. Daarvoor hebben ze te veel respect voor hun gastheer en publiek.
Er zijn ook schrijvers – zoals de fictieve schrijver Ilja Leonard Pfeijffer in Monterosso mon amour van Ilja Leonard Pfeijffer, de bepaald niet denkbeeldige schrijver van het Boekenweekgeschenk van dit jaar, die tijdens interviews ‘grotendeels letterlijk hetzelfde zegt als bij vele eerdere gelegenheden en het publiek desalniettemin de indruk weet te geven dat hij elke gedachte speciaal voor hen voor het eerst onder woorden brengt’ – die hun (ant)woord(je) bij voorbaat al klaar hebben, maar ondanks dat lezers moeiteloos voor zich weten te winnen.
En dan heb je nog de schrijver die helemaal geen boodschap heeft aan degene die tegenover hem zit. Dit type schrijver neemt bij voorbaat een vlucht naar voren en trekt het gesprek van begin tot eind naar zich toe. Hij geeft geen antwoord op gestelde vragen, maar draait zodra hij de kans krijgt zijn verhaal af. Steeds opnieuw, waar hij ook komt, wie hij ook voor zich heeft, hetzelfde verhaal, zonder ook maar enige moeite te doen om dat te verbloemen. Dat mensen de moeite genomen hebben om naar hem te komen luisteren, mensen die oprecht geïnteresseerd zijn in wat hij te vertellen heeft, kan hem niet zo veel schelen. Voor hem is het zaak niet te veel energie te verspillen: straks wordt hij weer ergens anders verwacht, en morgen weer en overmorgen ook weer.
Met al die types moet een interviewer zien te dealen. Maar dat is geen punt als hij zich goed heeft voorbereid. Dat weet hij wat voor vlees hij in de kuip heeft, weet hij als het goed is ook waar een schrijver met een antwoord naar toe wil, maar zal het hem omgekeerd ook weinig moeite kosten om de schrijver van het Boekenweekgeschenk waar nodig op een fatsoenlijke manier de pas af te snijden om hem vervolgens te verleiden tot het geven van een (opr)echt antwoord op de gestelde vraag.
Leave a Reply