Carmen schaamt zich als iemand in Monterosso mon amour: een novelle tijdens het bezoek van Ilja Leonard Pfeijffer aan de openbare bibliotheek in de middelgrote stad L*** het waagt om de schrijver te vragen of hij met een pen of met een computer schrijft, omdat het zo’n weinig originele vraag is:
‘Ze kent het interview waarin hij zich hoofdschuddend vrolijk maakt over het feit dat precies deze vraag bij zijn optredens altijd als eerste wordt gesteld’,
maar eigenlijk vindt ze dat je een schrijver helemaal niet naar de manier waarop hij schrijft moet vragen. Dat staat het overgeven aan wat hij schrijft alleen maar in de weg:
‘Dan kun je de volle breedte van je talent en van je zitvlees alsmede de beste jaren van je leven eraan opofferen om je lezers mee te slepen in een verhaal dat zin aan hun leven kan geven en dan zijn ze vooral geïnteresseerd in de hardware. In plaats van zich te laten veranderen door de magie, willen ze in de goocheldoos snuffelen.’
Was Carmen aanwezig geweest tijdens het bezoek dat Ilja Leonard Pfeijffer en Marieke Lucas Rijneveld in het kader van de Boekenweek aan de Bibliotheek Utrecht brachten dan was dat schamen haar bespaard gebleven. Moderator van dienst Theo Hakkert was het publiek voor: hij stelde de vraag en kreeg een serieus antwoord. Pen en papier dwingen Pfeijffer tot het zorgvuldig formuleren van wat hij hoe wil zeggen, terwijl het gebruik van een computer de suggestie wekt dat het nog niet zo precies hoeft, omdat er altijd nog van alles veranderd kan worden. (Voor Marieke Lucas Rijneveld ligt dat totaal anders: voor hem is zijn laptop heilig. Alleen dan kan hij zijn eigen gedachten bijhouden.)
Dat Ilja Leonard Pfeijffer het helemaal niet erg vindt om het over het hoe te hebben, bleek toen hij uit eigen beweging begon te vertellen over een ander technisch aspect, waarbij hij het niet kon nalaten op te merken dat nog geen recensent dit opgemerkt heeft, maar dat voor zijn schrijven een innovatie betekent. Monterosso mon amour is niet alleen zijn eerste novelle (dat was recensenten niet ontgaan), maar belangrijker: voor het eerst gebruikt Ilja Leonard Pfeijffer de ‘derde persoon enkelvoud, tegenwoordige tijd’. Pfeijffer toonde zich tijdens het gesprek uitermate verheugd over de mogelijkheden die ‘de derde persoon enkelvoud, tegenwoordige tijd’ biedt. Met name het invoegen van flashbacks ging de schrijver door de keuze voor dit perspectief gemakkelijk af.
Ik heb het nog even gecontroleerd: het werk van Ilja Leonard Pfeijffer dat ik in de kast heb staan is ‘de eerste persoon enkelvoud, tegenwoordige tijd’ dominant.
Leave a Reply