Nee, we gingen niet voor de boeken. We gingen omdat we wel weer eens wilden slenteren op een echte boekenmarkt. Net zoals we dat voor corona deden. En dus stapten wij afgelopen zondag op de waterbus naar Dordrecht.
Toen we een uur of wat later richting het station liepen om huiswaarts te keren, waren we een behoorlijke hoeveelheid boeken rijker. Tweeëndertig om precies te zijn. Die 32 boeken liggen nu nog op een stapel, maar vandaag of morgen krijgen ze een definitieve plek in een van de vele boekenkasten hier in huis. Want we kochten niet willekeurig: we kochten wat in onze collectie past.
Na de aanvankelijke vreugde over zoveel en ook nog verantwoorde aankopen voelde ik me al snel bezwaard. Het waren wel weer 32 boeken en we hadden nog zo gezegd dat we ons dit keer zouden inhouden. Want: het wordt steeds moeilijker om nieuwe boeken of nieuwe tweedehands exemplaren kwijt te kunnen. En: al die boeken moeten wel gelezen worden.
Wij zijn namelijk geen verzamelaars, wij zijn lezers. Lezers met een inmiddels behoorlijke eigen bibliotheek.
En ook al baart die bibliotheek ons zorgen – want er kan geen kast meer bij en op de meeste planken is het dringen – we blijven dus toch kopen. Terwijl we weten dat we dat beter niet kunnen doen.
Met bewondering luisteren we naar lezers die het wel kunnen: afscheid nemen van boeken waarvan verwacht wordt dat ze nooit meer gelezen of herlezen zullen worden. Dat moeten wij ook doen, denken we dan. En soms zeggen we het zelfs hardop. Waar anderen bij zijn. Zodat zij ons er aan kunnen houden. Maar het is er nog niet van gekomen. We kunnen het nog steeds niet over ons hart verkrijgen. Al die boeken die op enig moment in ons leven van belang waren. Die kun je toch niet zomaar afdanken.
En toch moeten we iets, realiseren we ons steeds als er weer een boek aan de collectie toegevoegd wordt.
(Ooit dacht ik – heel even maar hoor – dat ik misschien genoeg zou hebben aan een kleine bescheiden bibliotheek. Dat was toen ik in Een dag op het stembureau van Italo Calvino het volgende las:
‘Zijn bibliotheek was bescheiden. Met het verstrijken der jaren had hij beseft dat het beter was zich op een klein aantal boeken te concentreren. In zijn jeugd was hij een onsystematisch en onverzadigbaar lezer geweest. Nu was hij door zijn volwassen leeftijd meer geneigd om na te denken en al het overbodige te vermijden.’
(vertaling: Linda Pennings)
Niet dat ik na het lezen van deze zinnen actief begon te ruimen, maar het idee sprak me aan. Even verkeerde ik in de veronderstelling dat ik een leven lang toe zou kunnen met een stuk of twintig boeken. Boeken waar ik al een leven lang aan verknocht ben én boeken waarvan ik me voorstelde dat ze elke keer als ik ze zou herlezen meer van zichzelf zouden prijsgeven. Er dienden zich al snel enkele titels aan, maar ik moet toegeven: het is bij een gedachte-experiment gebleven.)
Het hebben en (onder)houden van een bibliotheek is een grote verantwoordelijkheid. En die verantwoordelijkheid moet je serieus nemen, realiseerde ik me vanmorgen toen ik in
The Life and Letters of Lewis Carroll (1898), de eerste biografie van Charles Lutwidge Dodgson/Lewis Carroll, geschreven door zijn neef Stuart Dodgson Collingwood, een passage over het onttakelen van de bibliotheek van Dodgson/Carroll tegenkwam:
‘His library has now been broken up and, except for a few books retained by his nearest relatives, scattered to the winds; such dispersions are inevitable, but they are none the less regrettable. It always seems to me that one of the saddest things about the death of a literary man is the fact that the breaking-up of his collection of books almost invariably follows; the building up of a good library, the work of a lifetime, has been so much labour lost, so far as future generations are concerned. Talent, yes, and genius too, are displayed not only in writing books but also in buying them, and it is a pity that the ruthless hammer of the auctioneer should render so much energy and skill fruitless.
Eigenlijk is een boekenmarkt een grote verzameling teloorgegane bibliotheken. Verzamelingen die een vergelijkbaar lot troffen als de volgens Stuart Dodgson Collingwood met veel talent en toewijding tot stand gekomen bibliotheek van Lutwidge Dodgson/Lewis Carroll.
Het zijn allemaal boeken die uit hun oorspronkelijke verband gerukt zijn. Op reis en op drift geraakt. Op zoek naar nieuwe samenhang. Afgelopen zondag ontfermden wij ons over 32 van die weesboeken. Alleen daarom al – maar ook omdat Stuart Dodgson Collingwood het zo mooi verwoord, en ook ons: kopers van boeken talent en toewijding toedicht – stellen wij het saneren van onze bibliotheek nog even uit.
Leave a Reply