Waarom zijn hotels zo populair in de literatuur?, vroeg ik ChatGPT, nieuwsgierig geworden naar zijn mogelijkheden, en dit was wat deze tekst-genererende chatbot daarover te melden had:
‘Er zijn verschillende redenen waarom hotels zo populair zijn in de literatuur. Ten eerste bieden hotels een rijke setting voor verhalen, omdat ze een plek zijn waar mensen van allerlei achtergronden samenkomen. Dit maakt het mogelijk om interessante personages te creëren en complexe verhaallijnen te ontwikkelen.
Daarnaast kunnen hotels ook symbolisch belangrijk zijn in verhalen. Ze kunnen bijvoorbeeld staan voor vrijheid en avontuur, of juist voor vervreemding en isolement. Dit maakt ze geschikt voor verschillende soorten verhalen, van romantische komedies tot psychologische thrillers.
Tot slot bieden hotels ook praktische voordelen voor schrijvers. Ze zijn vaak anoniem genoeg om als decor te dienen voor verhalen zonder dat de lezer zich afvraagt waar het precies plaatsvindt, maar tegelijkertijd zijn ze vaak herkenbaar genoeg om een bepaalde sfeer op te roepen. Dit maakt hotels een gemakkelijke keuze als setting voor verhalen.
In het algemeen zijn hotels dus populair in de literatuur vanwege hun rijke setting, symbolische betekenis en praktische voordelen voor schrijvers.’*
Helemaal niet slecht. En ik kan het weten, want ik schreef nog niet zo lang geleden onder de titel ‘Mijn toevluchtsoord wordt mijn woning’ : het hotel in de literatuur een 3.016 woorden tellend artikel voor REALmag: een zichzelf ontdekkend magazine over identiteit, kunst en wetenschap, waarvoor ik niet alleen een hele stapel hotelromans las, maar me ook verdiepte in wetenschappelijke studies over het onderwerp.
De drie kunstmatig intelligente alinea’s die ChatGPT zonder te haperen of na te moeten denken over de juiste schrijfwijze van het ene of het andere woord produceert – in de vierde vat ChatGPT zichzelf voor de zekerheid nog even samen – bevatten geen onwaarheden.
Heel even bekruipt me daardoor de gedachte dat ChatGPT precies weet waar hij het over heeft. Dat het onderwerp ‘het hotel: literair thema en topos’ geen geheimen voor hem heeft.
Maar zo zit het natuurlijk niet: ChatGPT is een chatbot. Het is een computerprogramma dat hoe kunstmatig intelligent en zelflerend ook voorlopig nog grotendeels afhankelijk is van wat de mens hem voert.
Dat er veel over hotels in de literatuur te weten valt, blijkt als ik me begin te verdiepen in het onderwerp. Alleen al het aantal titels dat ik uit mijn boekenkast pluk… Ik heb er nooit bij stilgestaan dat ik zo vaak een hotel tegenkom in een roman of een verhaal…
Alleen de voorlopige inventarisatie levert al twee forse stapels op.
Aan niet alle titels heb ik even gedetailleerde herinneringen. Ik bladerlees en brows om mijn geheugen op te frissen in de hoop helder te krijgen hoe ik orde in de chaos aan kan brengen.
Hoewel ik al vrij snel zie welke boeken thematisch aan elkaar verwant zijn en hoe de diverse thema’s zich tot elkaar zouden kunnen verhouden, blijf ik eindeloos schuiven met stapeltjes. Herschik ik titels. Verplak ik post-its . Maar heel langzaam krijg wat ik wel beweren vorm.
Dat Joseph Roth en Arnon Grunberg – hotelmensen pur sang – hun opwachting gaan maken, stond heel snel vast. En dat ik toe zou schrijven naar Grand Hotel Europa ook: Ilja Leonard Pfeijffer gebruikt in zijn roman het hotel als ultieme metafoor voor de teloorgang van een continent dat haar verleden veel te lang vooral als een unique selling point bleef zien.
Daartussen blijf het lang schipperen. Uiteindelijk kies ik voor romans en verhalen van (in volgorde van opkomst) Thomas Rosenboom, Alessandro Baricco, Marek van der Jagt, Paul Bowles, Patti Smith, Marguerite Duras, Mona Høvring, Agatha Christie, Daphne du Maurier, Robert Dessaix, Remco Campert, Anita Brookner, Klaas ten Holt, Ilja Leonard Pfeijffer, Kristien Hemmerechts en Vonne van der Meer om te illustreren dat:
het hotel – als ‘instituut’, als biotoop/habitat, als plek om te overnachten – voor schrijvers een ideale locatie is om een verhaal te situeren. Bovendien weten schrijvers niet zelden uit eigen ervaring hoe vruchtbaar een verblijf in een hotel kan zijn. Vluchtige ontmoetingen en terloopse observaties laten zich relatief eenvoudig omzetten in fictie;
op de relatief kleine oppervlakte die de diverse binnen- en buitenruimten van een hotel beslaan een bonte verzameling mensen in allerlei functies en rollen samenkomt. Schrijvers van verschillende literaire genres maken dankbaar gebruik van de fluïde grenzen tussen wat er privé, persoonlijk en publiek is. Het hotel dient als daarbij tussenruimte en/of dekmantel;
het hotel in de literatuur vaak een metaforische rol speelt. Tijdelijkheid en anonimiteit krijgen er een diepere betekenislaag. Het is een plek waar andere regels gelden en afgeweken kan worden van de bestaande maatschappelijke orde, en dat levert ook in literaire zin soms letterlijk bizarre verhalen op.
Hoe dieper ik in de materie duik, hoe onvermijdelijker het vanwege een nijpend tekort aan tijd en ruimte wordt dat mijn stuk een vrij traditionele vorm krijgt. Er is zo veel over het onderwerp te zeggen, dat ‘Mijn toevluchtsoord wordt mijn woning’ : het hotel in de literatuur niet meer kan zijn dan een vrij traditionele opsommende en tegelijk samenvattende inleiding, waarin een groot aantal namen en titels genoemd wordt.
Dat spijt me tijdens het schrijven al. De manier waarop schrijvers de literaire potentie van het hotel onderzoeken en uitbuiten, roept eigenlijk om een alternatieve aanpak.
Om het nog een beetje goed te maken dat ik zelfs niet alle namen/titels kan noemen van de schrijvers/romans en verhalen uit mijn eigen boekenkast, en het artikel nog wat extra allure te geven maak ik aanvullend nog een aantal lijstjes. Een lijstje met al dan niet fictieve hotels in de literatuur, een lijstje met Nederlandstalige hotelromans, een lijstje met vertaalde hotelromans en een lijstje met hotels waar schrijvers onderdak vonden tijdens het schrijven. Zodat nog eens extra belicht wordt hoe wijdverbreid het thema literair is en onderstreept wordt wat Arnon Grunberg in Thuis ben je: berichten van een hotelmens schrijft:
‘Elk hotel een volgend leven, elk hotel een nieuw begin, elk hotel een radicale belofte en tevens een variatie op dezelfde worsteling die ik geen worsteling meer zou moeten noemen […]’
* Ik stelde de vraag overigens ook in het Engels:
‘Hotels are often used as a setting in literature because they offer a unique environment that is full of potential for interesting events and interactions between characters. Hotels are places where people from all walks of life come together, often in a temporary or transient setting, and this can create a sense of excitement and drama. In addition, hotels are often seen as luxurious or exotic places, which can add to their appeal as a setting for stories. Finally, hotels can also represent the idea of escape or adventure, which can be an attractive theme for many writers.’
en in het Duits:
‘Hotels sind in der Literatur oft als Schauplatz beliebt, weil sie eine einzigartige Umgebung bieten, die voller Potenzial für interessante Ereignisse und Begegnungen zwischen Charakteren ist. Hotels sind Orte, an denen Menschen aus allen Schichten des Lebens zusammenkommen, oft in einer vorübergehenden oder vergänglichen Umgebung, was zu einem Gefühl von Aufregung und Drama beitragen kann. Zusätzlich werden Hotels oft als luxuriöse oder exotische Orte angesehen, was ihren Reiz als Schauplatz für Geschichten erhöht. Schließlich können Hotels auch das Gefühl von Flucht oder Abenteuer verkörpern, was für viele Schriftsteller attraktiv sein kann. ’
Het hotelnummer van REALmag is op 18 december gepresenteerd.
Deze column stond op 17 december in Bazarow Magazine.
Erwin says
Wat een luxe poppetjes hè, schrijvers? Vanaf een camping of tent worden er klaarblijkelijk geen bestsellers geschreven of ervaringen opgedaan ;-)
Liliane Waanders says
Dat is nog maar de vraag…
Mij schiet meteen ‘Zomervacht’ van Jaap Robben te binnen.
En niet te vergeten, een boek uit mijn jeugd: ‘Met acht appels in een tent’ van Sandra Steffens.
Een camping biedt vergelijkbare mogelijkheden voor schrijvers. Dus het zou mij niets verbazen als we al zoekend tot een mooi lijstje komen. Alleen was dat de vraag niet.