Maar liefst zeventien vragen wist lid Van Haga van de Groep van Haga te verzinnen voor de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over het kinderboekenweekgedicht door Pim Lammers.
Als het al geen domme vragen zijn – want: ‘domme vragen bestaan niet’ – dan zijn het toch vooral vragen naar de bekende weg. Want natuurlijk weet de minister dat Pim Lammers het Kinderboekenweekgedicht zou schrijven (ik denk alleen niet dat de minister dat via Hart van Nederland heeft moeten horen, maar ik kan me vergissen). En natuurlijk weet lid Van Haga heel goed dat een minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap niet betrokken is bij de selectie van de dichter die het Kinderboekenweekgedicht mag schrijven. En natuurlijk vindt de minister niet dat de overheid zich schuldig maakt aan het faciliteren van kindermisbruik als zij niet optreedt tegen de keuze voor Pim Lammers als schrijver van het Kinderboekenweekgedicht.
Behalve domme vragen – o, nee: ‘domme vragen bestaan niet’ – en vragen naar de bekende weg bevat het lijstje van lid Van Haga vooral heel veel tendentieuze vragen. Want Pim Lammers is helemaal geen controversiële schrijver. Hij normaliseert en verheerlijkt geen strafbare feiten en propageert het schenden van de lichamelijke integriteit niet. Zijn werk confronteert kinderen niet met zaken en informatie die ongepast en pedagogisch onverantwoord zijn. En wie zegt dat er een oprukkende tendens bestaat om kinderen op jonge leeftijd te confronteren met vraagstukken rondom seksualiteit?
Lid Van Haga suggereert verbanden die er niet zijn. Door Pim Lammers in een adem te noemen met zedendelinquenten, pedofielennetwerken en kinderporno brengt hij de kinderboekenschrijver in diskrediet. Maar dat zal lid Van Haga een zorg zijn. Het gaat hem niet om Pim Lammers. Lid Van Haga misbruikt Pim Lammers voor een zaak die helemaal niet gaat over dat Kinderboekenweekgedicht dat Pim Lammers mocht schrijven. Pim Lammers is lid Van Haga’s zondebok.
Laten we het niet hebben over mensen die het verschil tussen fictie en werkelijkheid in de literatuur niet kennen of aanvaarden. Want dat is niet de kern van deze zaak. Laten we het hebben over mensen die niet accepteren dat de wereld diverser is dan zij willen. Die in alles dat afwijkt van hun norm een gevaar voor hun samenleving zien.
De aanstichter van deze hetze tegen Pim Lammers laat in het stuk dat hij – onder het pseudoniem ‘Vrederijk’ – schreef (een stuk waar lid Van Haga waarschijnlijk weloverwogen niet naar verwijst), helemaal niets aan de verbeelding over: hem gaat het om ‘de grote hoeveelheid staatsgesteunde LHBTIQI+-propaganda die in onze basisscholen wordt uitgerold’.
Pim Lammers verdient op dit moment alle steun. En het is en blijft belangrijk om te benadrukken dat niemand – ook een kunstenaar of een schrijver niet – met de dood bedreigd mag worden om wat hij denkt en vindt. Dus de Kamervragen van Jorien Wuite gericht aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Justitie en Veiligheid moeten gesteld worden. De verontwaardiging van collega-auteurs, uitgevers, de CPNB, PEN Nederland en de premier is terecht. De paginagrote advertentie vanochtend in de landelijke dagbladen een meer dan welkome reminder.
Maar laten we onszelf niet voor de gek houden. Daarmee zijn we er niet. Het stinkt in Nederland. Lid Van Haga mag dan om hem moverende redenen uit de fractie van Forum voor Democratie gestapt zijn, uit zijn vragen aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over het kinderboekenweekgedicht door Pim Lammers blijkt niet dat hij het gedachtegoed heeft afgeschud. Zijn bezorgdheid om tere kinderzieltjes die beschadigd zouden kunnen raken door het lezen van de poëzie van Pim Lammers is niet oprecht. Het is niet de kern van zijn zaak.
In de strijd tegen extreme, maar vooral verderfelijke opvattingen, is het niet voldoende dat we het belang van literatuur benadrukken. Literatuur vermag veel, maar in dit geval volstaat het in stelling brengen van de literatuur niet. Er moet op een ander niveau actie ondernomen worden. Er moet serieus opgetreden worden. Er hadden kwesties in de kiem gesmoord moeten worden, maar misschien is het nog niet te laat. Maar het is wel vijf voor twaalf en het nog langer negeren van extreemrechtse en fascistoïde signalen kan echt niet meer.
Deze column staat ook in Bazarow Magazine.
Leave a Reply