Ik ben al jaren gelukkig getrouwd met iemand die poëzie vertaalt uit een taal die ik niet kan verstaan. De klank van de taal is me in de loop der jaren vertrouwder geworden, maar mijn woordenschat is ondanks dat niet noemenswaardig gegroeid. Het blijft voor mij een vreemde taal. Maar als er weer een vertaling van een gedicht bijna klaar is, kan ik wel beoordelen of het een lopende en logische vertaling is. En soms kan ik zelfs, omdat ik niet vastzit aan wat er in de brontaal precies staat, een suggestie doen waarmee een impasse in het vertaalproces doorbroken wordt.
Dat vertalen hard werken en niet zelden een heikele kwestie is, heb ik in de loop van de afgelopen jaren van dichtbij gezien. En als je vertaler bent uit een ‘kleine taal’ is het zelfs niet vanzelfsprekend dat jouw vertalingen hun weg zullen vinden naar het publiek. Hoe gerenommeerd een dichter in kwestie ook is. Hoe maatschappelijk en/of politiek relevant haar werk ook mag zijn. Een uitgever vinden die het zich kan veroorloven deze poëzie in vertaling te publiceren is geen sinecure. Dat realiseert ‘mijn’ vertaler zich elke keer als zij nadenkt over een nieuw project.
Op dit moment wordt er in onze achterkamer hard gewerkt aan zo’n nieuw project. Overigens heeft dat project die status officieel nog niet. Het is een idee in een inmiddels vergevorderd stadium. De opzet is duidelijk – een bloemlezing uit het werk van zeven vrouwelijke dichters; er is een uitgever in beeld – dezelfde die ook eerdere bloemlezingen uitgaf waaraan mijn vrouw meewerkte, en uit de dichters die in aanmerking komen is een voorlopige keuze gemaakt. Het enige dat nog geregeld moet worden, is geld om iedereen die betrokken is bij het project fatsoenlijk te betalen en een mooi boek te maken.
Laten we het niet over het geld maar over het proces dat zich op dit moment elders in huis voltrekt hebben. Aan onze ronde tafel zitten drie vrouwen: één dichter en twee vertalers (want vertalen zonder samen te werken met een native speakende co-vertaler is voor mijn vrouw geen optie). Een eerste versie van de vertaling van de meeste gedichten van deze dichter is gereed. Vandaag leggen de vertalers hun vragen voor aan de dichter. Vragen over dingen die niet duidelijk zijn. Vragen over keuzes die de dichter heeft gemaakt. Vragen die een diepere laag in haar poëzie blootleggen.
(Denk overigens vooral niet dat vertalers die vragen stellen de kunst van het vertalen onvoldoende machtig zijn. Vertalers zijn de meest zorgvuldige lezers die een dichter zich kan wensen. Het is niet voldoende als zij weten wat elk woord afzonderlijk betekent: zij moeten precies begrijpen wat er staat, wat er wordt bedoeld en waarom een dichter het zo zegt.
Denk ook niet dat alleen de vertaler profiteert van het stellen van vragen. Je zult de dichters de kost moeten geven die dankzij vragen van hun vertalers hun eigen werk beter gingen begrijpen.)
Ik houd mij op de achtergrond, ik breng alleen af en toe iets te drinken en/of te eten. Maar op die momenten ben ik getuige van wat zich daar aan die ronde tafel afspeelt. Het gaat er mediterraan aan toe: er wordt stevig gediscussieerd en heftig gegesticuleerd. Er ligt inmiddels een hele stapel woordenboeken op tafel. Op drie telefoontjes tegelijk wordt naar bruikbare equivalenten gezocht. De dichter tekent wat ze bedoelde te zeggen, een ‘iets’ waarvoor het juiste woord in het Nederlands niet direct gevonden werd.
Naarmate de dag vordert, begint het alternatieven te wemelen in de kantlijn van de vertalingen. Het samenzijn loont.
Wat zou het jammer zijn als deze inspanningen uiteindelijk toch niet beloond worden. Als er uiteindelijk toch onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn voor een bloemlezing waarin zeven dichteressen uit dat land op de grens van oost en west waar het vrije woord niet vanzelfsprekend is zich uitspreken. Zeven vrouwelijke dichters die zonder de vorm, de klank en de beeldrijkdom die poëzie eigen is te verloochenen bovendien ook nog eens allemaal een feministische toon aanslaan en zo stemmen laten klinken die daar niet vanzelfsprekend gehoord worden.
En dat zeg ik niet omdat mijn vrouw daar beter van wordt. Zij is altijd de eerste die bereid is af te zien van haar honorarium als dat het verschijnen van een bundel/bloemlezing dichterbij brengt.
Leave a Reply