Op de begraafplaats van Orcines bevindt zich het familiegraf van de Michelins. De Michelins van de kaarten. De kaarten die door Jed Martin tot kunst verheven worden. In de roman De kaart en het gebied van Michel Houellebecq.
‘Voor de tentoonstelling had hij een deel van de Michelinkaart van de Creuse uitgekozen, met het dorp van zijn grootmoeder erop. Hij had een flink schuine invalshoek gebruikt, zo´n dertig graden ten opzichte van het platte vlak, en de balg tegelijk zo ver mogelijk gekanteld om een maximale scherptediepte te verkrijgen. Vervolgens had hij met Photoshop-filters de afstandsonscherpte en het blauwige waas aan de horizon toegevoegd. Op de voorgrond waren het meertje van Le Breuil en het dorp Châtelus-le-Marcheix te zien. Verderop leken de wegen die tussen de dorpen Saint-Goussaud, Laurière en Jabreilles-les-Bordes door het bos kronkelden een feeëriek, onschendbaar droomgebied te vormen. Helemaal achteraan en links op het beeld viel nog duidelijk het rood-witte lint van de snelweg A20 te onderscheiden, die leek op te doemen uit een mistbank.
“Maakt u vaak foto’s van wegenkaarten?”
“Ja… Ja, vrij vaak.”
“Altijd van Michelin?”
“Ja.”
Ze dacht een paar seconden na en vroeg hem toen: Hebt u veel van dit soort foto’s gemaakt
“Iets meer dan achthonderd.”
Dit keer keek ze hem minstens twintig seconden strak en ronduit verbluft aan, waarna ze vervolgde: “We moeten erover praten. We moeten een keer afspreken om erover te praten. Het zal u misschien verbazen, maar… ik werk bij Michelin.’’ ’
(vertaling: Martin de Haan)
De Michel Houellebecq die in De kaart en het gebied een personage wordt, sterft en begraven wordt.
‘De begrafenis was vastgesteld op de volgende maandag. De schrijver had er extreem nauwkeurige richtlijnen voor achtergelaten, die hij bij de notaris had gedeponeerd samen met het geldbedrag dat nodig was voor de uitvoering. Hij wenste niet te worden gecremeerd, maar heel klassiek begraven. “Ik wil dat de wormen mijn geraamte vrijmaken,” voegde hij ter verklaring toe, de enige persoonlijke noot die hij zich gunde in een verder zeer officiële tekst; “ik heb altijd een bijzonder goede relatie met mijn geraamte gehad, en ik ben blij dat het zich nu van zijn keurslijf van vlees kan bevrijden”. Hij wenste zeer uitdrukkelijk te worden begraven op de begraafplaats van Montparnasse, hij had het graaf zelfs al bij voorbaat gekocht, voor een periode van dertig jaar, een eenpersoonsgraf dat zich toevallig een paar meter van dat van de schrijver Emmanuel Bove bevond.’
(vertaling: Martin de Haan)
Emmanuel Bove die in Le beau-fils een zoon zijn vader op Cimetière Montparnasse laat begraven:
‘J’ai l’intention, continua Jean-Noël, de faire transporter à Paris les restes de mon pauvre père. Il avait toujours dit, si tu te souviens, qu’il voulait être enterré au cimetière Montparnasse.’
De renners passeren Orcines in de eerste kilometer.
Leave a Reply