Robert Lynen, die de hoofdrol speelde in de film die Julien Duvivier in 1932 maakte van Poil de carotte / Peenhaar van Jules Renard werd geboren in Sarrogna.
Hoewel de omstandigheden in Poil de carotte / Peenhaar er eigenlijk niet naar zijn:
‘Hoe slaagt men er in hemelsnaam in om zonder een enkele klacht en zonder zichzelf nadrukkelijk als slachtoffer voor te stellen het dodelijk gemis uit de jeugd vorm te geven? Dat is het stijlgeheim van Poil de carotte en daarin schuilt de grote ontroerende kracht. In een interview met de Nederlandse letterkundige en tijdgenoot Byvanck heeft Renard eens gezegd: “De vorm mot de inhoud kleden, zonder dat hij een plooi maakt: een kleine gedachte, een kleine frase. Dat zijn de beginselen van het vak.” En aan die beginselen heeft hij zich strekt gehouden. Dat wil echter niet zeggen dat hij er met de plooien ook de emoties heeft uitgestreken. Integendeel, hij was zich er juist buitengewoon van bewust dat goede literatuur het gevoel nooit onberoerd laat. Tegen dezelfde Byvanck zei hij: “Want er gaat toch iets boven de kunst, dat is de aandoening, welke het kunstwerk teweegbrengt. Mits die emotie geheel zuiver is, niet door bijkomende omstandigheden opgewekt, niet kunstmatig versterkt. Ik geloof dat ik mij juist nog binnen de grenzen heb gehouden.” (Zie: Parijs 1891, notities van W.G.C. Byvanck, Leiden 1892)’,
(uit: ‘Vermaledijde moeders, gebenedijde vaders’ van Charlotte Mutsaers, opgenomen in Kersebloed)
stemt deze roman in negenenveertig korte hoofdstukken toch ook wel vrolijk. Want zoals Charlotte Mutsaers ook al constateert, Jules Renard houdt de stemming er toch in. Peenhaar is een aandoenlijk personage, dat niet bij de pakken neerzit.
In het hoofdstuk ‘Bloemlezing uit brieven’ wordt er naar Parijs gegaan, en komen boeken voor:
‘Peenhaar aan monsieur Lepic
Beste Papa, ik hoor dat je naar Parijs gaat. Ik verheug me samen met jou in je bezoek aan die grote stad, die ik graag zou kennen en waar ik in gedachten bij je zal zijn. Ik besef dat zo’n reis mij door mijn schoolstudie ontzegd is, maar ik maak gebruik van de gelegenheid om je te vragen of je niet een paar boeken voor me kunt kopen. Die ik heb ken ik uit mijn hoofd. Het doet er niet toe wat je neemt. Ze zijn eigenlijk allemaal goed. Maar mijn speciale wens gaat uit naar de Henriade van François-Marie-Arouet de Voltaire, en de Nouvelle Héloïse van Jean-Jacques Rousseau. Als je die voor me meebrengt (boeken kosten haast niets in Parijs), beloof ik je heilig dat geen surveillant ze van me afpakt.
Antwoord van monsieur Lepic
Beste Peenhaar, de schrijvers die je noemt waren mensen als jij en ik. Wat zij hebben gedaan kun jij ook. Schrijf boeken, dan lees je ze daarna.’
(vertaling: Thérèse Cornips)
Ze zijn er al vroeg de renners, in Sarrogna: na 42,5 kilometer.
Overigens Julien Duvivier verfilmde Poil de carotte ook al in 1925:
Leave a Reply