Uit de 207 titels die ik in 2023 las er een aantal, zeg tien, kiezen om mijn leesjaar 2023 te karakteriseren. Dat is bijna ondoenlijk. Want bijna met hetzelfde gemak, had ik er nog een paar meer kunnen opnoemen die ik onder de aandacht zou willen brengen. Maar ik laat het bij tien: vier romans, drie non-fictie titels, twee kinderboeken en een dichtbundel.
Romans
Beste mevrouw Eva van Valentijn de Heer
Valentijn de Heer debuteerde met een ‘kleine’ roman over een ontwricht gezin, bestaande uit een gewelddadige vader, een onmachtige moeder en twee jonge kinderen. Op de schouders van Elias, de oudste zoon, rust de zware taak om te doen alsof. Te doen alsof er niets aan de hand is. Alsof hij deel uitmaakt van een gelukkig gezin. Maar ondertussen moet hij zijn moeder uit de wind houden en zorgen voor zijn verstandelijk beperkte broertje.
Schuilen doen hij en zijn broertje Johannes in de buurt, bij een man van wie gezegd wordt dat hij gek is en bij diens vrouw: mevrouw Eva. Als Elias haar in vertrouwen neemt over de situatie thuis, neemt zij een beslissing die onomkeerbaar is.
Beste mevrouw Eva is een trefzeker geschreven roman, verteld vanuit het perspectief van Elias. Knap hoe Valentijn de Heer de lezer laat voelen wat het betekent om in een onveilige situatie op te groeien. Knap ook hoe hij van Elias niet alleen maar een slachtoffer van de omstandigheden maakt.
Ik dacht dat jij van Joke van Leeuwen
Wat mankeert die man, die vraag dringt zich naarmate de lezer verder vordert in Ik dacht dat jij van Joke van Leeuwen steeds nadrukkelijker op. Heeft hij in zijn jeugd een trauma opgelopen waardoor hij een boze man geworden is? Is hij ziek? Is hij een borderliner of een narcist? Tegen de tijd dat de lezer dat denkt, is er van verliefdheid geen sprake meer. Wat liefde geweest is of geweest kan zijn, is omgeslagen in een toxische relatie, waarbij de ik-verteller van Zigi, de vrouw die hij liefgehad moet hebben, bijna letterlijk niets meer heel laat.
Ontsnappen is zowel voor Zigi als voor de lezer dan al geen optie meer. De lezer zit opgesloten in het hoofd van de naamloze ik, Zigi heeft te veel laten passeren om nu nog te vertrekken. De beklemming en het ongemak zitten in elke zin.
Ochtenden van Donald Niedekker
De dagen van Donald Niedekker beginnen steevast met hetzelfde ritueel: hij gaat naar buiten, doet zijn tai chi oefeningen en reciteert gedichten. Pas daarna kan er geschreven worden. In Ochtenden: berichten noteert Donald Niedekker wat hij ziet, wat hem opvalt als hij zich buiten al mediterend bewust is van zijn omgeving.
Het zijn kleine miniaturen, die beschrijvingen van de dieren, bloemen, planten, hemellichamen met wie hij de eerste uren van de dag doorbrengt.
Georges van Koen Peeters
Koen Peeters rijgt in zijn roman Georges verhalen aan elkaar waarin steeds een George(s) de hoofdpersoon is. Van Georges Vermeire, een postbeambte in Oostende die James Joyce te woord moet staan, gaat hij naar de sterrenkundige Georges Lemaître die in Leuven op een bankje belandt waar al een jonge vrouw zit; de volgende Georges heet Joris, is verzamelaar en plakboekensamensteller, reist naar Georgië, alwaar hij het werk van Niko Pirosmani ontdekt. Die Georgiër krijgt in het slothoofdstuk gezelschap van een jonge, dan nog onschuldige, landgenoot.
Het is al heel inventief, dat verbinden van verhalen die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben, maar door het spel dat Koen Peeters speelt met feit en fictie, schreef hij een lichte en aanstekelijke meta-literaire roman.
Non-fictie
Antonia van Paolo Cognetti, vertaald door Yond Boeke en Patty Krone, en Jaap Dieleman (de poëzie)
Een biografie is het niet, Antonia: berichten, foto’s en gedichten van Antonia Pozzi, en strikt genomen is het ook geen monografie, waarin het werk van deze dichter onder de aandacht gebracht wordt. Het boek dat Paolo Cognetti schreef, lijkt op het verslag van een reis. Hij ordent wat zij nagelaten heeft, en daar waar haar weergave van haar leven en werk stokt of onderbroken lijkt, vult Cognetti aan en in. Vanaf de zijlijn interpreteert hij en licht hij toe zonder zelf echt onderdeel van het verhaal te worden.
Mooie introductie van een kort leven tegen de conventies van de tijd in. Antonia Pozzi (1912-1938) tartte haar afkomst en ontvluchtte zichzelf en vond haar toevlucht in de bergen.
Voornamelijk vrouwen van Connie Palmen
Ze is het natuurlijk allemaal: autonoom, waarachtig, ongenaakbaar, vermetel, meedogenloos, persoonlijk, dubbelzinnig én opstandig. Connie Palmen verenigt de karaktertrekken die ze door haar bewonderde voornamelijk vrouwelijke auteurs/essayisten toedicht. Maar daarmee is Voornamelijk vrouwen nog geen zelfportret. Want het gaat Connie Palmen toch echt om de door haar bewonderde vrouwen (en één man) en de manier waarop ze in hun werk onderwerpen ter sprake brengen.
Maar tussen de regels – alleen nog dan subtieler dan dat – gaat Voornamelijk vrouwen ook over opvattingen en uitgangspunten die het schrijverschap van Connie Palmen kenmerken. Aan een oeuvre dat raadselachtiger is dan een op het (auto)biografische gespitste lezer vermoedt, voegt Connie Palmen met Voornamelijk vrouwen een auto-fictionele non-fictie titel toe.
Cassandra van Niña Weijers
Drie writers in residence gingen haar voor, en niet allemaal slaagden ze er even goed in om Almere te verankeren in het boek dat zij als tegenprestatie schreven. Weerwater van Renate Dorrestein maakte tot nu toe de meeste indruk. Niña Weijers kan wedijveren met deze vroege dystopische roman. In Cassandra reconstrueert zij een cold case in de hoop een doorbraak te forceren in het vastgelopen onderzoek naar de verdwijning en dood van de zeventienjarige Cassandra van Schaijk.
Het is niet zozeer het minutieus speuren en het natrekken van sporen dat Cassandra interessant maakt. Het zijn de twijfels van Niña Weijers zelf – over de gevolgen van haar inmenging in het proces, over haar inschatting van de betrouwbaarheid van de mensen die ze spreekt, over haar eigen en andermans motieven – die Cassandra geloofwaardig maken.
Kinderboeken
Dát bedoel ik, zei de zalm van Joke van LeeuwenJoke van Leeuwen schreef speciaal voor de Maand van de Filosofie Dát bedoel ik, zei de zalm. Een doorgeefverhaal waarin dingen, mensen en dieren elkaar ontmoeten en zich tot elkaar moeten verhouden. Ze moeten nadenken over wat iets of iemand ‘weerloos en waardevol’ maakt (want dat was het thema van de Maand van de Filosofie).
Joke van Leeuwen geeft stem aan underdogs en alleen dat zet al tot denken aan. Zoals in veel van haar werk spreekt ze zich ook uit in haar tekeningen. Dát bedoel ik, zei de zalm is een volkomen serieus kinderboek, maar er mag gerelativeerd worden, en daar nodigen de tekeningen tot uit.
Lampje van Annet Schaap
Ik las Lampje van Annet Schaap is de slipstream van de gelijknamige televisieserie. Ik dook onder in een rijk, fantasievol, maar ook tragisch verhaal, waarin wat – sfeer, thematiek, personages – sprookjes en andere tijdloze verhalen kenmerkt een eigentijdse draai krijgt.
Annet Schaap maakte het haar lezers en de bewerkers van haar boek makkelijk: Lampje leest dankzij haar beschrijvingen en de dynamiek van het verhaal vanzelf van scène naar scène. En haar personages krijgen dan als vanzelf een gezicht.
De makers van de serie volgden het verhaal trouw, zonder hun eigen métier te verloochenen. Wat zij toevoegden: meer nostalgie dan jonge lezers zich kunnen voorstellen.
Poëzie
Het geheugen van een huis van Fleur Bourgonje
Wie een huis sloopt, havent niet alleen een stapel stenen. Ook de omgeving, de bewoners en de dingen worden aangetast. Dat ervaart ook het lyrisch ik in Het geheugen van een huis van Fleur Bourgonje. De sloop, die begint bij de bomen, zet het geheugen op scherp en wakkert herinneringen aan.
De bundel bestaat uit zeven samenhangende cycli waarin Fleur Bourgonje tussen hier en daar en tussen toen en nu migreert. Niet haar taalgebruik is metaforisch – dat is eerder observerend en beschrijvend – maar het slopen en verdwijnen zelf zijn beeldspraak: het leven is een oefening in loslaten.
(Voor Biografieportaal beantwoordde ik de vraag welke van de door mij gelezen biografieën ik het beste vond.)
Leave a Reply