‘Ik kan me wel voorstellen dat ik ooit een bundel voor volwassenen schrijf’, zei Edward van de Vendel in 2003 in een interview. Zijn lezers hebben er meer dan twintig jaar op moeten
wachten. Als je dat deel van de gedichten in Aanhalingstekens (2000) dat de belevingswereld van kinderen te boven gaat niet meetelt, maakt Edward van de Vendel tijdens de Poëzieweek met Kom nog even naar me kijken straks zijn debuut als dichter voor volwassenen.
Edward van de Vendel schreef tien heel persoonlijke gedichten over ‘thuis’, het thema van de Poëzieweek. Thuis is… volgens hem de liefde en de vriendschap die een bestaan stutten. De gedichten in Kom nog even naar me kijken straks gaan over liefde die komt en ook weer gaat, over herinneren en afscheid nemen van wat en wie vertrouwd en vanzelfsprekend was, en over dingen die de orde verstoren en het gevoel van veiligheid in gevaar brengen. Tezamen geven de gedichten een inkijkje in hoe degene die ze schreef mens en schrijver werd.
Een pak melk – ‘Houdbaar. Blauw.’ – achtergebleven in een koelkast, ‘dezelfde eekhoorns, ik bedoel: precies dezelfde’ en ‘smeeksels op de trap’: details die allemaal staan voor iets veel groters, maar Van de Vendel gaat nergens vol op het orgel. Daarin wijken zijn gedichten voor volwassenen niet af van ander werk: ze zijn ‘klein’, maar wel confronterend én eerlijk én ontroerend. Zonder uitzondering. Van de Vendel stelt zich kwetsbaar op, maar komt zelfverzekerd over. Zo zelfverzekerd als iemand die een balans opmaakt kan zijn.
In Kom nog even naar me kijken straks zijn het de beelden die rijmen, niet de woorden. De constante in dit poëziegeschenk is niet de vorm, maar het aandachtig observeren en dat vervolgens vertalen in zinnen waar iedereen zichzelf in kan vinden. In beelden die bijblijven, zoals deze regel uit het gedicht ‘Adem’: ‘Glas is een zucht die je pas ziet omdat hij door een hitte werd omhuld’, onmiddellijk gevolgd door het aangrijpende en liefdevolle: ‘Mijn moeder overhandigde tenslotte ook haar adem.’
Het Poëziegeschenk is bedoeld om een minder toegankelijk geacht genre te introduceren bij een nieuw publiek. Dat moet met Kom nog even naar me kijken straks lukken. En dat zonder dat Edward van de Vendel een knieval maakte voor zijn publiek: hij blijft zichzelf, zijn schrijverschap en zijn oeuvre trouw.
Edward van de Vendel
Kom nog even naar me kijken straks
Gent: Poëziecentrum, 2024
Deze recensie stond in de Boekenkrant (januari 2024).
Leave a Reply