Ze beginnen weer. Vandaag start de Tour de France in Florence om 206 kilometer later te arriveren in Rimini. Onderweg passeren de renners het dorpje Sogliano al Rubicone. Het dorpje laat zich voorstaan op de band met de dichter Giovanni Pascoli (1855-1912). Een dichter die zowel met Guido Gezelle als met Paul Verlaine en Gabriele d’Annunzio vergeleken wordt.
Giovanni Pascoli
Er is niet veel van Giavanni Pascoli in het Nederlands vertaald, maar in het artikel Moderne Italiaanse lyriek in het tijdschrift Golfslag (jrg. 2, nr. 1) citeert de auteur Albe het gedicht Mijn avond (zonder een vertaler te vermelden, maar dat is de schrijver van het artikel wellicht zelf):
De dag was aan weerlichten rijk;
nu zullen de sterren verschijnen,
de zwijgzame sterren. Te velde
ontluiken de kikkerrefreinen.
In ‘t rillende lover der popels
zingt vreugde een brieslichte wijs.
Bij dag, wat een weerlicht en slagen!
o Avond vol peis!
Nu moeten weer bloeien de sterren
ten hemel, zo heldiep en bleek.
De lustige kikkers nabij
klinkt de eentonige snik van de beek.
Van gans dit geruis en gevlaag,
van ‘t schallend en ratelend ontij
blijft slechts in den domigen avond
een zachte geschrei.
Tot zingende vliet is vervloeid
dit eindloos tempeest in het woud.
Uit ‘t ijle gebliksem blijft na
een gewolkte van purper en goud.
o Moede pijn, komt tot ruste!
De donkerste wolk in den dag
is zij, die ‘k ten vallenden avond
steeds rozer zag.
Wat zwaluwenvlucht in het ronde!
Wat lucht ijl van vogelentaal!
De honger des karigen dags
in d’avond verlengt ‘t kwettrend maal.
Bij dag heeft niet één vogelnest
een kruimel, hoe klein ook, te eten.
Noch ik… en in d’helderen avond
wat vluchten, wat kreten!
Ding!… dong! zingen klokken ten avond,
zij ruisen mij ‘t slaapwel in ’t oor
en fluistren mij rust in het hart!
Het lijkt of in ‘t deemster ik hoor
de stemmen die wiegliedren zijn,
wijl ‘t hart naar ‘t verleden weer hijgt,
en ‘k hoor mijne moeder… dan niets meer…
dan de avond die neigt.
Dat gedicht klinkt in het Italiaans zo:
Helemaal ongekend is Pascoli in Nederland dus niet. Zijn naam komt ook een aantal keer voor in de jaarboeken van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In 1897 wordt zijn naam zelfs drie keer in een alinea genoemd:
‘Voor den wedstrijd in Latijnsche poëzie waren 22 gedichten ingekomen. Bekroond werd Reditus Augusti van den heer Giovanni Pascoli, destijds te Bologna, thans te Barga, provincie Lucca. Eene eervolle vermelding verwierven Jugurtha van denzelfden heer Giovanni Pascoli […]. Als schrijver van het ten vorige jare eervol vermeld gedicht Castanea heeft zich aangemeld de hierboven vermelde heer Giovanni Pascoli te Lucca.’
In Tuscan Folklore and Sketches van Isabella M. Anderton is Giovanni Pascoli een van de dichters wiens werk uitgebreid toegelicht wordt (vanaf p. 230).
Curzio Malaparte
Sogliano al Rubicone staat elk voorjaar in het teken van de Settimana Internazionale Coppi e Bartali, een fietsweek gewijd aan Fausto Coppi en Gino Bartali, twee toonaangevende en totaal tegengestelde renners. Curzio Malaparte – afkomstig uit de streek, als we streek ruim nemen en er heel Toscane onder verstaan schreef in de aanloop naar de Tour de France vn 1949 een klein boekje over die twee renners: Fausto Coppi & Gino Bartali: de twee gezichten van Italië.
In Het zweet der goden omschrijft Benjo Maso kort en krachtig wat het verschil is tussen Coppi en Bartali, en wat zij vertegenwoordigen:
‘De tweestrijd tussen de twee sterren nam al snel dimensies aan die de grenzen van de wielersport ver overschreden. De schrijver Curzio Malaparte meende dat geen Italiaan eraan kon ontmoeten om partij te kiezen. Volgens hem werd het land door de strijd tussen Coppi en Bartali in tweeën gedeeld. De rivaliteit tussen de beide kampioenen raakte veel fundamentelere zaken dan zuiver sportieve elementen. Coppi en Bartali golden voor velen als de incarnaties van de tegenstellingen die het land in de jaren na de oorlog beheersten. Bartali, de christendemocraat, stond voor het traditionele Italië en de katholieke kerk. Coppi personifieerde het modernisme, het koele rationalisme en het socialisme.’
Leave a Reply