Na De schrijver en zijn gigolo is Zevenpoot het tweede project waarbij schrijver Arnon Grunberg en tekenaar Thé Tjong-Khing samenwerken. In deze ‘satirische vertelling, in de geest van Rabelais’ worden mevrouw en meneer Knoblauch ouders van een piepklein zoontje met acht beentjes. Zijn ouders houden van hem zoals hij is, maar anderen behandelen Mom als wereldwonder, kunstwerk dan wel asielzoeker. Boekenkrant interviewde eerst Arnon Grunberg en daarna Thé Tjong-Khing.
In 2001 verscheen van Arnon Grunberg De mensheid zij geprezen, een reactie op Erasmus’ Lof der zotheid. Zevenpoot laat zich lezen als een update van Grunbergs kijk op de mens(heid). Arnon Grunberg: ‘De mensheid is sinds 2001 niet stil blijven staan. De mensheid zij geprezen verscheen voor 9/11. In de afgelopen 23 jaar is de westerse mens van zijn illusies beroofd. Nederland is niet af, de geschiedenis is niet ten einde, van eeuwige vrede is geen sprake.’ De schrijver zelf lijkt daarentegen in rustiger vaarwater terechtgekomen. Grunberg: ‘Ik heb me als schrijver ontwikkeld. Ik heb de boeken geschreven die ik wilde schrijven. Ben vader van een zoon geworden. Ik was al geen pessimist, maar mijn plezier in het leven is de afgelopen jaren groter geworden. Verder sta ik wantrouwig tegenover de openbare biecht of de biecht an sich dus hier laat ik het bij.’
Andere tijden
Grunberg: ‘Het is niet interessant om “de mensheid” te kapittelen; bovendien ligt moraliseren mij niet. Ik was in 2001, toen ik het loflied op de mensheid schreef, ernstiger dan ik me nu realiseer. Zevenpoot, dat als een serenade aan de mens bedoeld is, is een poging om de ernst en de boosheid achter me te laten. Ik kan schrijven wat ik wil, de mensheid verandert toch niet. Ik heb in de loop der jaren meer begrip gekregen voor de zwakte, het lafhartige, het opportunisme van de mens. Dat heeft geleid tot een doorleefdere zelfrelativering. In de kunst is de component “moraal” groter geworden. Het opgeheven vingertje van de kunstenaar is steeds nadrukkelijker aanwezig. Ik heb me tijdens het schrijven geen moment afgevraagd of het satirische in Zevenpoot wel begrepen zou worden. Ik heb geen last van zelfcensuur maar dat hoeft natuurlijk niet te betekenen dat ik zelf ook geen laffe overlever zou zijn. Jezelf een held noemen is hoe dan ook echt absurd. Ik hoef me niets aan te trekken van wat er van mij en mijn werk gevonden wordt. Ook dat hoort bij het vinden van vrijheid. Dit boek is een antwoord op het huidige maatschappelijke en culturele klimaat. Je hoeft niet met de golven van de tijd mee te gaan.’
Begrepen worden
Grunberg schreef Zevenpoot hoofdstuk voor hoofdstuk, als hij tijd had– ‘ik ben niet gewend met zulke tussenpozen aan een verhaal te werken’. Als hij een hoofdstuk af had, stuurde hij de tekst naar tekenaar Thé Tjong-Khing, die er dan een tekening bij maakte. ‘Doordat ik wist dat Khing het boek zou illustreren, voelde ik me niet langer gebonden aan het kader, de dwang en de kooi van het realisme. Alles kan getekend worden. Dan is dus ook alles mogelijk. Khings tekeningen waren aha-erlebnissen. Uit zijn tekeningen blijkt dat hij begrepen heeft waar het mij in Zevenpoot om gaat. Khing zegt zelf: “Ik heb een overbodig beroep. Mensen moeten zelf een beeld vormen”, maar mensen moeten soms een handje geholpen worden. Zijn tekeningen zijn een soort leeswijzer bij mijn tekst. En voor wie het verhaal te confronterend is, hebben zijn tekeningen een verzachtend effect: er mag gelachen worden.’
Fantasie
Thé Tjong-Khing: ‘Ik teken met erg veel plezier, ik vind het heel leuk om te doen, maar eigenlijk moet de lezer zelf zijn fantasie laten werken. Ik ken een kind dat tijdens het lezen de plaatjes in een boek bedekt met papier…’ Het te verwachten plezier is maar een van de redenen om een opdracht aan te nemen. Thé: ‘Ik moet beelden zien bij het verhaal dat ik lees. Hoe dat precies werkt, is moeilijk te zeggen –intuïtie is een belangrijk deel van het werk: die beelden komen vanzelf, en als ze niet komen, dan wordt het niets. Weet je wat ik zo merkwaardig vond: Arnon vertelde mij dat hij wel weet hoe zijn personages praten, maar hij weet niet hoe ze eruitzien. Ik hoor ze niet, maar ik zag ze meteen voor me.’
Losgaan
Thé: ‘Arnon zei: “We gaan een boek maken, en alles mag”. In zeker zin voelde ik me daardoor bevrijd, maar het was ook heel eng. Ik heb tot nu toe altijd met veel plezier alleen voor kinderen geïllustreerd. Maar dat betekent wel dat ik letterlijk en figuurlijk binnen de lijntjes moet kleuren. Alles moet kloppen: het perspectief, de verhoudingen. Kinderen moeten een tekening mooi kunnen vinden. Nu wist ik niet hoe ik moest werken. Het verhaal heeft me op weg geholpen. Maar ik heb voor Zevenpoot veel meer schetsen gemaakt dan ik normaal doe. Sommige tekeningen zijn heel goed gelukt, bij andere lukte het niet om uit mijn comfort zone, zoals dat tegenwoordig heet, te komen. Die zijn minder geslaagd. Ik vind de tekening die op de cover staat de beste tekening.’
Nieuwe wegen inslaan
Thé: ‘Samen met Arnon een boek maken was leuk’, en smaakt wat Thé betreft naar meer. ‘Tijdens de presentie van Zevenpoot zei hij dat hij heel graag nog een project met mij wil doen.’ Thé staat nu hij eenmaal uit zijn comfort zone gelokt is, ook open voor andersoortige opdrachten, naast het illustreren van kinderboeken. ‘Ik heb geen duidelijke ideeën of echte wensen, maar ik vind het spannend om iets nieuws te proberen. Ik laat me graag inspireren door wat een opdracht vraagt. Maar van het maken van naturalistische tekeningen heb ik inmiddels genoeg. Wat in het echt niet kan, dat wil ik tekenen.’
Arnon Grunberg en Thé Tjong-Khing
Zevenpoot: een serenade aan de mens
Querido
ISBN 978-90-214-8726-7
Voor het eerst verschenen in het juli/augustusnummer van de Boekenkrant.
Leave a Reply