Kunst die van de muur komt
Van de zestien verhalen in De lotgevallen verschenen er dertien al eerder. De meeste – negen – in het online tijdschrift Mister Motley (van november 2020 tot mei 2022). Sacha Bronwasser bood ze nadat ze ze schreef aan aan dat tijdschrift. Aan die samenwerking kwam een einde toen het schrijven van Luister haar helemaal in beslag begon te nemen.
Samen met niet eerder verschenen verhalen vormen al die verhalen nu De lotgevallen (zo heette de reeks op Mister Motley). Verhalen waarin de de schrijfster Sacha Bronwasser reageert op kunstwerken waar ze met de blik van de kunsthistorica die ze ook is vast iets van vond. Maar dat vinden van doet er in De lotgevallen niet toe.
Voordat Sacha Bronwasser fictie begon te publiceren, schreef ze beschouwende stukken over kunst. Haar achtergrond als kunsthistorica verloochent ze in haar beide romans Niets is gelogen (2019) en Luister (2023) niet. Maar de verhalen in De lotgevallen kunnen niet zonder de kunst. Het vertrekpunt van elk van de zestien verhalen – allemaal voorzien van een titel die slechts een woord telt – in de bundel is een kunst- of gebruiksvoorwerp. Een paar verhalen speelt zich ook af in de museale wereld (en getuigen van de directe band tussen een kunstwerk zijn aanschouwer), en soms weegt wat het voorwerp letterlijk te vertellen heeft zwaarder dan de verbeelding, maar in de meeste verhalen is het schilderij, beeld of ding alleen maar de aanleiding.
Zoals mensen op een terras soms het ‘slachtoffer’ zijn van schrijvers die die toevallige passanten een fictief leven laten leiden, zo gebruikt Bronwasser haar fantasie om een werk van een herkomst of context te voorzien of de mensen die er op te zien zijn van een geschiedenis. Of een toekomst, zoals het overleden meisje dat in 1682 door Johannes Thopas werd geportretteerd. Omdat de afbeelding van het betreffende kunstwerk in de meeste gevallen pas volgt na het verhaal, dwingt Bronwasser haar lezers om op hun beurt ook hun fantasie te gebruiken en/of in hun kunsthistorisch geheugen te graven naar de mogelijke aanleiding van een verhaal. Om ondertussen toch nog verrast te worden door de draai die Bronwasser aan het verhaal weet te geven.
Bronwasser mijdt de lastige onderwerpen niet. Een kunstwerk van Kalliopi Lemos is aanleiding voor een verhaal dat lijkt te gaan over het beleid over kunst in de openbare ruimte, maar een nog veel neteliger kwestie aansnijdt. Maar ze weet met haar verhalen ook de aandacht op de kunst zelf te richten. Op kunst als niet weg te denken onderdeel van het leven en de beleving. Daar gaat het over in misschien wel het aandoenlijkste verhaal in de bundel: ‘Jongeman’, waarin een man met een haperend geheugen zich vastklampt aan zijn herinneringen aan een beeld.
Bronwasser schreef de meeste verhalen terwijl zij werkte aan Luister, maar de lotgevallen die zij optekende, zijn zeker geen vingeroefeningen of verzetjes. Zeker nu ze elkaar gevonden hebben in deze bundel, blijkt hoe vruchtbaar het concept is. En hoe wijd de blik en hoe soepel de pen van deze schrijver.
Sacha Bronwasser, De lotgevallen, Ambo|Anthos, 224 p.
Deze recensie verscheen in een andere vorm in de Boekenkrant.
Leave a Reply