De dood de deur wijzen
Doktoren doen aanvankelijk of er niets aan de hand is, pas als het knobbeltje onder haar oor vervaarlijk begint te groeien komen ze in actie. In Zo hevig in levenpraat Marjoleine de Vos heel poëtisch en precies zichzelf en de lezer moed in. Zo erg zal het toch niet zijn…
Op de eerste bladzijden van Zo hevig in leven: over sterfelijkheid maakt Marjoleine de Vos zich zorgen over wat er met de haar dierbare dingen gaat gebeuren als zij er straks niet meer is. Niet dat ze gelooft dat ze er binnenkort niet meer zal zijn, maar toch… Want nadat ze naar de dokter is geweest omdat ze een zwellinkje onder haar oor heeft gevoeld, is De Vos in de medische molen belandt. Ze bevindt zich lang in het vacuüm tussen onbekommerd verder leven en het eventueel veroordeeld zijn tot het ondergaan van een ingrijpende behandeling, omdat artsen nog geen definitieve diagnose kunnen stellen.
Wat De Vos heel goed kan, doet ze ook in Zo hevig in leven: op persoonlijke omstandigheden reflecteren door aan de natuur en de literatuur te refereren: ‘Die drie, Proust, Oliver en Nijhoff, verlichten mijn dagen nu. Ik denk soms: als ik écht niet meer onbestemd de tijd zou hebben, dan wil ik ergens waar natuur is in een huis gaan zitten, niet alleen natuurlijk, en Mary Oliver vertalen. En elke dag naar buiten gaan, en de wereld ondergaan en de dieren zien leven en voelen dat dit alles de werkelijkheid uitmaakt, of ik nu toevallig kanker heb of niet. Ik wil me niet aan het leven gaan vastklampen en allerlei ellendige operaties ondergaan.’
De Vos, zelf ook dichter, citeert regelmatig gedichten strofen en regels, zoals deze van Mary Oliver: ‘In de late herfst/ stel je je dan niet voor dat de bladeren/ denken hoe prettig het zal zijn/ om de aarde aan te raken in plaats van/ het niets van lucht en de eindeloze/ stortbaden van wind? (…)’, maar is in haar eigen formuleringen minstens zo behoedzaam, poëtisch en precies. Daardoor wordt het zich kwetsbaar opstellen – want De Vos laat haar lezers heel dichtbij komen – nooit larmoyant. Ze geeft de lezer geen kans om onverschillig te blijven. Maar ook niet om medelijden te hebben.
Begin dit jaar verscheen van Marjoleine de Vos En steeds is alles er: over missen en herinneren waar ze onderzoekt wat het betekent om iemand los te laten die er niet meer is, maar niet definitief verdwenen is. In zekere zin laat Zo hevig in leven zich lezen als de keerzijde van die ook al integere en persoonlijke zoektocht.
Marjoleine de Vos, Zo hevig in leven: over sterfelijkheid, Van Oorschot, 96 p.
Dit stuk schreef ik voor de Boekenkrant.
Leave a Reply